Groninger Dienst 28 oktober 2018

Gedicht Deurkieken / Doorkijken

 

Deurkieken

Lutje potje kikt en kikt
kropt op knijen
as n kaalfke deur t gruinlaand
wondernd grode wereld in

wereld wordt groter en groter
man man wat n ruumte ja
hondebloumen, ekkels, tieken en iemen
doethoamels in walen van t Ol Daip
en achter eske wacht nog meer

mor den aiweg en altied
blift t kieken hoaken achter stiekeldroad
noa t löcht komt glìnne duuster
noa t zuite t zoer
systemen dailen raive oet
om t zain te griepen
in t aargeloze te groaven
oogkleppen holden peerden in t gareel

mor in t ìnne t hiemen veurbie
as der weer wacht wordt
wacht wordt op genoa
riepte ogen vannijs open goan
körrel kaf verdrift
wordt ontfaarmen vongen
wordt kieken zain
begunt verzet

Hanne Wilzing

Doorkijken

Het kleine kind kijkt en kijkt
kruipt op knieën
als een kalfje door de wei
met verwondering de grote wereld in

de wereld wordt groter en groter
tsjonge wat een ruimte
paardebloemen, eikels, kevers en bijen
lisdodden in de wallen van de beek
en achter de es wacht nog meer

maar dan eeuwig en altijd
blijft het kijken haken achter prikkeldraad
na het licht komt het diepste donker
na het zoet het zuur
systemen delen gereedschap uit
om het zien te grijpen
in het argeloze te graven
oogkleppen houden paarden in het gareel

maar aan het einde het hijgen voorbij
als er weer gewacht wordt
gewacht wordt op genade
gerijpte ogen opnieuw open gaan
de kern het kaf verdrijft
wordt ontferming opgevangen
wordt kijken zien
begint het verzet