Deurkieken
Lutje potje kikt en kikt
kropt op knijen
as n kaalfke deur t gruinlaand
wondernd grode wereld in
wereld wordt groter en groter
man man wat n ruumte ja
hondebloumen, ekkels, tieken en iemen
doethoamels in walen van t Ol Daip
en achter eske wacht nog meer
mor den aiweg en altied
blift t kieken hoaken achter stiekeldroad
noa t löcht komt glìnne duuster
noa t zuite t zoer
systemen dailen raive oet
om t zain te griepen
in t aargeloze te groaven
oogkleppen holden peerden in t gareel
mor in t ìnne t hiemen veurbie
as der weer wacht wordt
wacht wordt op genoa
riepte ogen vannijs open goan
körrel kaf verdrift
wordt ontfaarmen vongen
wordt kieken zain
begunt verzet
Hanne Wilzing
|
Doorkijken
Het kleine kind kijkt en kijkt
kruipt op knieën
als een kalfje door de wei
met verwondering de grote wereld in
de wereld wordt groter en groter
tsjonge wat een ruimte
paardebloemen, eikels, kevers en bijen
lisdodden in de wallen van de beek
en achter de es wacht nog meer
maar dan eeuwig en altijd
blijft het kijken haken achter prikkeldraad
na het licht komt het diepste donker
na het zoet het zuur
systemen delen gereedschap uit
om het zien te grijpen
in het argeloze te graven
oogkleppen houden paarden in het gareel
maar aan het einde het hijgen voorbij
als er weer gewacht wordt
gewacht wordt op genade
gerijpte ogen opnieuw open gaan
de kern het kaf verdrijft
wordt ontferming opgevangen
wordt kijken zien
begint het verzet |