Tomatenmaatje, taalmaatje, rolmaatje en maatje voor een maatje meer
Het werk van Stap Verder
Wij meten met vele maten, in meerdere betekenissen van de woorden, maar sommige dingen meten we niet. Medemenselijkheid, daar gaat het ons in eerste instantie om, mensen in hun waarde laten, mensen niet de maat nemen, we meten ons geen oordeel toe. Mensen tot hun recht laten komen, en dat ook in meerdere betekenissen van het woord.
We zitten in de tijd na Pasen. Jezus stond op, is opgestaan -  een voltooid verleden tijd. Hij is voor ons   een voorbeeld, iemand waar we ons wel aan durven meten.  Opstaan betekent je rug rechten, soms zelfs  in opstand komen. Jezus' opstanding was een hele radicale: uit de dood. Hij  stond op tegen de dood, in het geval  van de dood van zijn vriend en van de jonge man en hij stond zelf op uit de dood. 
	    Veel mensen die bij ons op Stap Verder komen zitten in dodelijke  mensonterende situaties: doodvermoeid, monddood gemaakt, zum Tode betrübt,  zoals ze in het Duits zeggen (doodverdrietig), zien soms zelfs geen uitweg meer  dan de dood. Misbruikt, niet geacht, niet gezien, voorbijgelopen, veracht.
Wie die geslagenheid dagelijks meemaakt kan - in het licht  van het Evangelie - niet anders dan in opstand komen, verontwaardigd worden om  het leed, en tot daadkracht komen om menselijke waardigheid te herstellen. 
	    Dat doen we niet met geweld, niet met geschreeuw, niet met  luide demonstraties, maar met vriendelijkheid,   mededogen, een maaltijd, een rustig gesprek, een knipoog soms, of zelfs  een lichte vermaning: “kom sta op, zo kan het niet langer, hier gaan we samen  wat aan doen!”
	    
	    En zowel bezoekers, vrijwilligers als medewerkers verzuchten  vaak: wat een fijne sfeer hangt hier, wat fijn dat ik hier mezelf kan zijn, dat  er geen strenge regels gelden en dat er tijd en aandacht voor mensen is. Dat wil niet  zeggen dat er geen regels zijn. Die zijn er wel degelijk, maar dat zijn  leefregels, omgangsregels die ons niet van alles verbieden, maar juist het samenwerken  makkelijker maken.
	    Ieder die komt verspreidt dit goede gerucht en zo komen er  meer bezoekers, meer vrijwilligers, het lijkt de wonderbare spijziging wel. In  het tweede bestaansjaar van Stap Verder is ons medewerkersaantal verdubbeld tot  60 en hebben zich 144 nieuwe cursisten aangemeld voor de Nederlandse les, en  zijn vijf extra lesgroepen gestart. We mochten  vier nieuwe spreekuurmedewerkers en tien nieuwe lesgevers verwelkomen. 
	    Wie veel geeft veel ontvangt, het is verbazingwekkend, maar  het is waar: twee weken geleden vertrok een van onze spreekuurmedewerkers, een  week later meldt zich een zeer geschikte nieuwe aan, die ook precies op  dezelfde dag, ook 8 uur beschikbaar is. Onze gastvrouw voor de woensdag wil  zich langzamerhand omscholen tot spreekuurmedewerkster, twee weken later meldt  zich een nieuwe gastheer , ook voor de hele woensdag.  
	    Toch merkwaardig: waard om op te merken. 
	    Het Evangelie roept ons op te bevrijden en nieuw leven te  geven. 
	    
    Wij kunnen dat praktisch doen op twaalf manieren: 
- Bezoek aan de kledingbank, en een greep in onze weggeefkast;
 - Doorverwijzing naar de voedselbank;
 - Mee-eten bij een maaltijd op woensdagmiddag en keukengebruik;
 - Douchegebruik;
 - Wasmachinegebruik;
 - Internetgebruik;
 - Nederlandse les;
 - Doorverwijzing naar medisch spreekuur van Dokters van de Wereld;
 - Post en bezoek indien mensen in vreemdelingenbewaring zijn gezet;
 - Een klantenkaart van Stap Verder als identiteitsbewijs;
 - Doorverwijzing naar fietsles en computerles;
 - Informatie en advies en doorverwijzing in het sociale spreekuur.
 
Met al deze activiteiten doen we de 7 werken van  barmhartigheid: de naakten kleden, de hongerigen voeden, de gevangenen  bezoeken, dorstigen laven, de vreemdeling opnemen, de zieken verzorgen, de  doden begraven. 
	    
    Wie denkt dat het werk zwaar is en zwaarmoedig maakt vergist  zich: er wordt juist veel gelachen, in de Nederlandse les, in het diaconaal  spreekuur - soms tussen tranen door -, aan tafel wanneer de kok een Europese  bezoeker weer eens een Afrikaanse portie dreigt op te scheppen. Er ontstaat  juist opluchting wanneer je je verhaal eens op de schouder van een ander mag  leggen, je hart mag luchten. Je gaat een stuk lichter naar huis.
Ook de medewerkers ervaren dat gedeelde smart halve smart is, het is fijn iemand iets te mogen leren en leuk om na een tijdje resultaat van je werk te zien wanneer een cursist je goedemorgen wenst en er nog een paar Nederlandse zinnen achteraan durft te plakken.
 Graag ontvangen ook wij meer: tijdsinzet, tweedehands  spullen,  deskundigheid. 
	    Ons verlanglijstje nu:
	    Een kluis, opbergruimte voor wat koffers van een paar  bezoekers die geen eigen plek hebben daarvoor,   een extra schoolbord/whiteboard, zaadjes en planten/kruiden voor in de  tuin, een rozenboog of pergola, breiwol en lappenstof en naaibenodigdheden,  laptops, een fiets voor een meisje van 10. 
Een genealoog, een systeembeheerder die iemand dat vak wil  bijbrengen, fondswervers, mensen met verstand van publiciteit, een gastheer of  gastvrouw, een tomatenmaatje dat wil helpen bij de opzet van een moestuintje,  lesgevers (individueel of in een groep), taalmaatjes.
        
        We bieden aan: iemand die graag bij u komt klussen of  schoonmaken, verhuizen, tuinieren
        
        Ps. 
        Stap       Verder heeft de ANBI status, uw giften zijn dus aftrekbaar voor de       belastingen: Triodosbank 390507687 t.n.v. Stichting Pastoraal Diaconaal       Centrum Bijlmermeer.
        Het       jaarverslag 2012 is uit, kijk op onze website: www.stapverder.org.
Erika Feenstra, coordinator 
	    Diaconaal Oecumenisch Centrum 'Stap Verder'
	    Hoogoord 187A
	    1102 CJ Amsterdam Zuidoost
	    tel. 020-8457566
	    erikafeenstra@stapverder.org